Wij maken gebruik van cookies om de diensten en functies op onze website aan te kunnen bieden en om de gebruikerservaring te kunnen verbeteren. Begrepen Privacy Statement

Schrijftips auteurs

We realiseren ons dat u waarschijnlijk al lange tijd bezig bent geweest met uw manuscript, en dat het een hele stap was om over te gaan tot het benaderen van een uitgeverij. Toch willen wij u nog deze schrijfadviezen aanbieden. Uit de praktijk is gebleken dat veel auteurs aan de hand van deze richtlijnen hun manuscript nog aanzienlijk hebben kunnen verbeteren, al voordat het bij onze redactie terechtkwam. Wellicht kunt ook u ze als steuntje in de rug gebruiken bij de afronding van uw manuscript, de verdere redactie nemen wij natuurlijk voor onze rekening.

Algemeen

  • Het is niet wenselijk om na elke regel een ‘harde return’ (met de entertoets) te gebruiken om op de volgende regel te komen. De tekst die u typt, loopt in uw tekstverwerkingsprogramma vanzelf door naar de volgende regel, en deze harde returns moeten er bij de redactie allemaal afzonderlijk uit gehaald worden.
  • Hoe verleidelijk het ook kan lijken: gebruik niet de spatiebalk om een tekstdeel of afbeelding te laten inspringen op een pagina. Deze spaties moeten wij allemaal verwijderen. Gebruik in plaats daarvan tabs, de functie centreren of maak een tabel. Als u dit moeilijk vindt of als u niet weet hoe het moet, geef dan telefonisch of via e-mail uw wensen door omtrent verspringingen.
  • Wat betreft spelling: wij hanteren uitsluitend de spelling volgens het Groene Boekje 2005 en eventueel Van Dale. Voor verdere taalvragen of -kwesties, bezoekt u ook eens de site van Onze Taal en de Schrijfwijzer van Jan Renkema.
    Een handige site waar veelvuldig gemaakte spelfouten op staan en zeker de moeite waard is om even te bekijken is Woorden.org.

Schrijfadviezen

  • Let u op de tijd van de werkwoordsvormen: regelmatig maken wij mee dat auteurs (soms zelfs in één zin) verschillende tijden hanteren. Probeert u goed te achterhalen wat heden is en wat verleden, en past u dat consequent toe in de werkwoordsvormen.
  • Schrijf in actieve vorm, probeer het gebruik van hulpwerkwoorden zoveel mogelijk te vermijden.
  • Gebruik niet te veel komma’s. Hierdoor wordt een soepele lezing gestagneerd. In twee gevallen is het plaatsen van een komma wenselijk: 1. waar je bij gewoon spreken of lezen een pauze hoort of voelt en 2. tussen twee persoonsvormen. Laat u de komma in geval van twijfel altijd weg.
  • Elke grammaticaal correcte zin heeft ten minste een onderwerp en een persoonsvorm. Een zin kan dus nooit bestaan uit één woord. Probeer dit te vermijden door bijvoorbeeld een woord(groep) samen te voegen met de vorige zin.
  • In prozaïsche (dus niet-zakelijke) teksten komen geen afkortingen voor zoals a.u.b., z.s.m., v. Chr., St., mevr. en d.w.z., en ook geen tekens zoals %, &, + en =. Schrijf dus zoveel mogelijk uit.
  • Onze ervaring is dat veel auteurs niet consequent omgaan met leestekens bij vragen en uitroepen. Het klinkt triviaal, maar een vraag wordt altijd gevolgd door een vraagteken en een uitroep altijd door een uitroepteken. Er moet dus altijd een uitroepteken komen achter citaten bij werkwoorden als brult, schreeuwt, gilt en krijst. En achter een vraag komt dus nooit een vorm van het werkwoord zeggen, maar altijd een vorm van het woord vragen.
  • Weersta de neiging om te veel uitroeptekens te gebruiken, en gebruik er nooit twee of meer tegelijk. Als er in een tekst te veel uitroeptekens voorkomen, verliezen ze hun zeggingskracht. Vergelijk het met iemand die aan één stuk door in je oor staat te schreeuwen: op den duur ben je niet meer onder de indruk. Ook voor vraagtekens geldt: één is voldoende!
  • Voor het uitschrijven van getallen houden we de volgende regel aan: getallen tot twintig schrijven we voluit, evenals de tientallen tot honderd, de honderdtallen tot duizend, enzovoort. We schrijven dus: achtste, tien, zeventien, 22, veertig, 103, tweehonderd, 250, drieduizend. Ook de getallen duizend, miljoen en miljard schrijven we voluit; deze kunnen gecombineerd worden met cijfers: 22 duizend, 123 miljoen, tien miljoen, 16 miljard.
    Op deze regel bestaat één uitzondering: we schrijven cijfers als we anders een rare mix van woorden en cijfers zouden krijgen. Dus niet: “Van de 45 deelnemers zijn er zeventien gezakt en 28 geslaagd”, maar: “Van de 45 deelnemers zijn er 17 gezakt en 28 geslaagd” (vrij naar Onze Taal).
  • Boek-, film-, en liedtitels worden bij onze redactie consequent cursief weergegeven. Let wel op: titels van artikelen of bijdragen aan tijdschriften worden tussen enkele aanhalingstekens geplaatst (zie ook het onderdeel ‘Bijvoegsels’ van dit document). Ook anderstalige of vreemde woorden (die dus niet in het Groene Boekje of Van Dale staan) worden de eerste keer dat ze voorkomen gecursiveerd. Komen ze meerdere malen voor, dan worden ze na de eerste keer gewoon normaal weergegeven, zelfs als het een eind verderop in de tekst is.
  • Let u erop dat er geen citaten uit bestaande werken worden weergegeven zonder een volledige, duidelijke bronvermelding. Hier kunnen werkelijk juridische problemen uit voortkomen!
  • We zien regelmatig dat auteurs enkele en dubbele door elkaar gebruiken. Zet een geciteerde zin consequent tussen enkele of dubbele aanhalingstekens. Een citaat binnen een citaat krijgt dan dubbele respectievelijk enkele aanhalingstekens. Hieronder is gekozen voor de eerste optie: citaten met enkele aanhalingstekens, citaten binnen citaten met dubbele aanhalingstekens.
    - Mary verzuchtte: ‘Als hij maar “Ik houd van je” gezegd had.’
  • Een ietwat lastige kwestie is het gebruik van citaten binnen andere zinnen.
    Onze redactie houdt de volgende vuistregels aan (vrij naar Onze Taal):
    • Als er een hele zin geciteerd wordt, begint het citaat met een hoofdletter, en valt de punt binnen de aanhalingstekens:
      - Ik zei: ‘Ik hou niet van appeltaart.’
      - De kassière vroeg: ‘Hebt u een klantenkaart?’
    • Als de zin begint met het citaat, vervalt de punt (het vraag- en uitroepteken blijven staan), en wordt het citaat gevolgd door een komma:
      - ‘Ik hou niet van appeltaart’, zei ik.
    • Als de zin begint met een citaat en eindigt met een vraag – of uitroepteken dan vervalt de punt en wordt het citaat niet gevolgd door een komma:
      - ‘Hebt u een klantenkaart?’ vroeg de kassière.
      - ‘Ik ben geslaagd!’ riep de examenleerling blij.
    • Als een deel van een zin geciteerd wordt, begint het citaat met een kleine letter, en valt de punt buiten de aanhalingstekens:
      - De directeur vond de ophef ‘nogal overdreven’.
    • Gedachten worden zonder aanhalingstekens weergegeven, en na de dubbele punt volgt een kleine letter:
      - Ik dacht: morgen ga ik naar de film.
      - Morgen ga ik naar de film, dacht ik.
    • Wij zetten de komma altijd binnen de aanhalingstekens van een citaat:
      - ‘Kortom,’ besloot hij zijn verhaal, ‘we hadden een heerlijke vakantie.’ (De hele geciteerde zin is: 'Kortom, we hadden een heerlijke vakantie.')
      - ‘Waarom,’ wilde mijn broertje weten, ‘zijn bananen krom?’ (De hele geciteerde zin is: 'Waarom zijn bananen krom?')

Bijvoegsels

  • Als u een inhoudsopgave maakt, controleer dan of de hoofdstuktitels in de inhoudsopgave exact corresponderen met de titels boven de hoofdstukken. Wij maken vaak mee dat deze niet overeenkomen.
  • Voegt u een literatuurlijst toe? Houdt u zich dan zo goed mogelijk aan de volgende standaardregels, en wees bovenal consequent in uw aanpak.
    • Alfabetiseer op de achternaam van de auteur, gevolgd door de voorletter(s) met een punt erachter en eventueel tussenvoegsels. Na een komma wordt de titel cursief geplaatst en altijd afgesloten met een punt. Hierna komt de druk, mits het niet de eerste druk is, gevolgd door de plaats en het jaar van uitgave. Sluit altijd af met een punt.

      Voorbeelden:
      - Paardt, R. van der, Over de Griekse romans van Simon Vestdijk. Amsterdam 1979.
      - Vestdijk, S., De nadagen van Pilatus. 2e dr. Amsterdam 1957.
    • Bij tijdschriftartikelen werkt het ná de naam van de auteur net anders. Plaats de titel van het artikel tussen enkele aanhalingstekens. Na het woordje ‘In’ met een dubbele punt erachter volgt cursief de titel van het tijdschrift met daarna tussen haakjes het jaar van publicatie. Sluit af met de aflevering en de pagina’s waarop het artikel te vinden is.

      Voorbeelden:
      - Tilburg, W. van, ‘Simon Vestdijk in De held van Temesa. Verslag van een leeservaring’. In: Vestdijkkroniek (2004), afl. 103, p. 15-26.
      - Vestdijk, S., ‘Existentie en Eros’. In: De nieuwe stem. Maandblad voor cultuur en politiek 1 (1946), p. 455-472.
Veel succes met deze adviezen! Hebt u vragen over het gebruik ervan of twijfelt u, neemt u dan contact met ons op.